
De Nederlandse regering overweegt wijzigingen in de manier waarop huurprijzen worden berekend in een poging om te voorkomen dat verhuurders – vooral in stedelijke gebieden met een grote vraag – hun woningen verkopen, waardoor de beschikbaarheid van betaalbare woningen is afgenomen.
De Nederlandse makelaarsvereniging NVM onthulde dat 40% van de woningen die momenteel op de markt zijn in grote steden voorheen huurwoningen waren. Uit gegevens van het Kadaster blijkt dat kleine appartementen in populaire stedelijke centra de meeste kans maken om verkocht te worden.
In juli 2024 voerde de regering nieuwe huurregelgeving in die het aantal woningen dat onder het systeem valt uitbreidde. Samen met hogere belastingen en de afschaffing van kortlopende huurcontracten hebben deze veranderingen ertoe geleid dat veel kleinere verhuurders de markt hebben verlaten.
Minister van Huisvesting Mona Keijzer heeft nu voorgesteld om het puntensysteem voor het bepalen van de maximale huur aan te passen, zodat verhuurders hogere huren kunnen vragen. “Ik wil huurwoningen in het middensegment aantrekkelijker maken voor verhuurders, zodat ze hun woningen niet verkopen,” legde ze uit.
De voorgestelde veranderingen zouden een onderscheid maken tussen woningen in binnensteden met een grote vraag en woningen in kleinere steden of dorpen, om de hogere waarde van stedelijke woningen te weerspiegelen. Flats zonder buitenruimte zouden niet langer worden bestraft en de waarde van de woning zou een belangrijkere factor zijn in de huurberekeningen. Daarnaast zouden verhuurders meer flexibiliteit krijgen bij het aanbieden van tijdelijke contracten aan studenten. Deze veranderingen gelden alleen voor nieuwe huurcontracten.
De Woonbond bekritiseerde het voorstel met het argument dat het de woningcrisis zou afwentelen op huurders. “Als het doel is om huren aantrekkelijker te maken, zou de overheid zich moeten richten op het aanpakken van de belastingen waar verhuurders mee te maken hebben”, aldus een woordvoerder. “Deze aanpak zou veel effectiever zijn zonder gevolgen voor huurders.”
Robert van Asten, locoburgemeester Wonen in Den Haag, uitte zijn zorgen dat het voorstel van Keijzer averechts zou kunnen werken. “We wilden de huurprijzen reguleren om de betaalbaarheid te waarborgen voor een brede groep mensen, met name de middenklasse die we in onze steden willen houden,” verklaarde hij.
De vereniging van verhuurders, Vastgoed Belang, toonde zich teleurgesteld dat de voorstellen van de regering niet ver genoeg gingen. “We blijven verbaasd over het gebrek aan politieke wil om de huisvestingscrisis op te lossen,” zei de groep. “Als de regering er echt voor wil zorgen dat er genoeg betaalbare woningen zijn, moeten ze de belastingen verlagen.”
Keijzer erkende de impact van het huidige belastingregime en vermeldde dat de discussies over de hervorming van de Box 3 vermogensbelasting nog gaande zijn.
Ondanks het feit dat het Nederlandse parlement in juli 2024 met een overweldigende meerderheid voor de wijzigingen stemde, blijft het onzeker of Keijzer voldoende steun zal kunnen krijgen voor het gedeeltelijk terugdraaien van het beleid.
Hoewel veel particuliere verhuurders kleine appartementen hebben verkocht aan starters, is het totale aantal particuliere huurwoningen in Nederland vorig jaar volgens Nieuwsuur met slechts 413 eenheden gedaald. CBS-statistieken geven aan dat het land in 2024 een recordaantal van 3.508.252 huurwoningen telde.